Gerelateerd aan Job 9:9-10

De maker van de Plejaden en van Orion, hij die de diepe duisternis in morgenlicht verandert en de dag tot nacht verduistert, hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde-zijn naam is HEER.

Kun jij de Plejaden aan banden leggen of de ketenen van Orion losmaken?

God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren.

U bevloeit de bergen vanuit uw hoge zalen, de aarde wordt verzadigd en vruchtbaar:

Hij bepaalt het getal van de sterren, hij roept ze alle bij hun naam.

Daarna lichtten we de ankers weer en kwamen we aan in Regium. De volgende dag stak er een zuidenwind op, zodat we binnen twee dagen Puteoli bereikten.

en bouwt op de wateren uw hoge zalen, u maakt van de wolken uw wagen en beweegt u op de vleugels van de wind,

Uit zijn kamers komt de storm te voorschijn, de noordelijke winden voeren koude aan.

Hij doet grote, ondoorgrondelijke dingen, ontelbaar zijn de wonderen die hij verricht.

Geprezen zij God, de HEER, de God van Israël. Hij doet wonderen, hij alleen.

Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken,

(3:32) Het heeft mij behaagd de tekenen die de hoogste God mij heeft gegeven en de wonderen die hij heeft gedaan, bekend te maken.

Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen? Hij laat het leger sterren voltallig uitrukken, hij roept ze bij hun naam, een voor een; door zijn kracht en onmetelijke grootheid ontbreekt er niet één.

Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen.

Wie onder de goden is uw gelijke, HEER? Wie is uw gelijke, zo ontzagwekkend en heilig, wie dwingt zoveel eerbied af met roemrijke daden, wie anders verricht zulke wonderen?

God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden.

Mijn mond verhaalt van uw gerechtigheid, van uw reddende daden, dag aan dag, hun aantal kan ik niet tellen.

De Ontzagwekkende, die wij niet kunnen vatten, is groot door zijn kracht en door zijn recht; wie rechtvaardigheid tentoonspreidt onderdrukt hij niet.

Met zijn kracht doet hij de zee bedaren en met zijn vaardigheid verdelgt hij Rahab.

die wonderen doet, hij alleen- eeuwig duurt zijn trouw-