Gerelateerd aan Job 42:5
Gerelateerd aan Job 42:5
Romeinen 10:17
Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus.
Gerelateerd aan Job 42:5
Johannes 1:18
Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
Gerelateerd aan Job 42:5
Johannes 12:41
Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij zijn majesteit zag.
Gerelateerd aan Job 42:5
Jesaja 6:1
In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel.
Gerelateerd aan Job 42:5
Jesaja 6:5
Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.’
Gerelateerd aan Job 42:5
Efeze 1:17
Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen.
Gerelateerd aan Job 42:5
Handelingen 7:55
Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond,
Gerelateerd aan Job 42:5
Johannes 12:45
en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft.
Gerelateerd aan Job 42:5
Job 33:16
opent God de oren van de mens en laat hem schrikken-een waarschuwing
Gerelateerd aan Job 42:5
Numeri 12:6
zei hij: 'Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen.
Gerelateerd aan Job 42:5
Job 26:14
En dat is nog maar het minste van zijn kunnen; wij vangen van zijn woorden slechts gefluister op. Wie kan de donder van zijn kracht bevatten?'
Gerelateerd aan Job 42:5
Job 4:12
Een verholen stem drong tot mij door, mijn oor ving een fluisteren op,
Gerelateerd aan Job 42:5
Job 28:22
De afgrond en de dood, ze zeggen beide: 'Onze oren kennen haar slechts bij geruchte.'
Gerelateerd aan Job 42:5
Job 23:8
Maar ik ga naar het oosten-daar is hij niet, naar het westen-ik zie hem nergens.