Gerelateerd aan Jesaja 9:5

De HEER zal komen in een vuur, met zijn wagens als een wervelstorm. Hij komt zijn toorn uitvieren in vlammen, zijn dreiging in een vuurgloed.

Daarom laat God, de HEER van de hemelse machten, zijn weldoorvoede volk vermageren, hij verteert hun welvaart als door een groot vuur.

Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer hij verschijnt? Hij is als het vuur van een smid, als het loog van een wolwasser.

(46:10) wereldwijd bant hij oorlogen uit, bogen breekt hij, lansen verbrijzelt hij, wagens verbrandt hij in het vuur.

als het ratelen van strijdwagens klinkt hun opmars over de bergtoppen, als het knetteren van stro dat in het vuur verteert, als een machtig volk dat zich opmaakt voor de strijd.

Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;

Hoor! Knallende zwepen! Hoor! Daverende wielen! Dravende paarden, dansende wagens,

Het komt, het zal gebeuren-spreekt God, de HEER ! Dat zal de dag zijn waarvan ik gesproken heb.

De offerplaats is sinds lang gereed- dezelfde als voor Moloch- met een vuurhaard diep en ruim, en vuur en hout in overvloed. Als een stroom van zwavel steekt de adem van de HEER hem in brand.

De priester doet dit alles op het altaar in rook opgaan, als voedsel, als een geurige gave. Al het vet is bestemd voor de HEER.

Wanneer de HEER het vuil van Sions vrouwen heeft weggewassen en het bloed van Jeruzalem heeft afgespoeld, door een zuiver oordeel en een zuiverend vuur,

Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook.

De priester doet dit alles op het altaar in rook opgaan, als voedsel en offergave voor de HEER.

Maar terwijl Saul met Achia sprak, zwol het rumoer in het kamp van de Filistijnen nog aan en daarom trok hij zijn bevel weer in.

Toen trok een engel van de HEER ten strijde en doodde in het kamp van de Assyriërs honderdvijfentachtigduizend man. De volgende ochtend zag men niets dan lijken liggen.

Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten,

Daar klinkt de dreunende galop van machtige paarden, daar klinkt het ratelen van strijdwagens. Ouders letten niet meer op hun kinderen, ze staan verlamd van angst.

Hoor het rumoer in de bergen, de opmars van een groot leger, hoor het tumult van de koninkrijken, de volken die zich aaneensluiten: de HEER van de hemelse machten monstert zijn troepen.