Gerelateerd aan Jesaja 58:6-7

Ook ik, mijn broers en mijn mannen hebben geld en graan uitgeleend. Laten we nu deze schuld kwijtschelden!

De HEER richtte zich tot Jeremia, nadat koning Sedekia met de inwoners van Jeruzalem overeengekomen was dat er een algehele vrijlating zou worden afgekondigd.

Wie het slavenjuk draagt, moet zijn meester hoogachten, zodat Gods naam en de leer niet worden bespot.

Dan geeft de HEER antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’ Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij,

Maar jullie haten het goede en houden van het kwaad. Jullie stropen mijn volk de huid af en rukken het vlees van hun botten.

hij buit niemand uit, geeft de schuldenaar zijn onderpand terug en besteelt niemand. Hij deelt zijn brood met al wie honger heeft, wie naakt is geeft hij kleren;

Een goedhartig mens wordt gezegend, hij deelt zijn voedsel met de armen.

hij buit niemand uit, hij vraagt geen onderpand wanneer hij iets uitleent en hij besteelt niemand. Hij deelt zijn voedsel met al wie honger heeft, wie naakt is geeft hij kleren,

Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken.

Wie aan de armen geeft, lijdt nooit gebrek, wie zijn ogen sluit, wordt door veel vervloekingen getroffen.

Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op,

Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’

Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?

en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.

wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.

‘Neem een besluit! Grijp in! Bescherm ons op het heetst van de dag met de schaduw van uw nacht. Verberg de vluchteling, lever de ontheemde niet uit.

Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.

Hadden zij van kindsbeen geen vader in mij, stond ik weduwen niet van jongs af bij?

Hij bracht hen naar zijn woning boven de gevangenis en zette hun daar een maaltijd voor. Hij en al zijn huisgenoten waren buitengewoon verheugd dat hij nu in God geloofde.

Geef liever de inhoud van beker en schotel als aalmoes, dan is niets meer onrein voor jullie!