Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jeremia 50:33
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ook al wordt het volk van Israël verdrukt, samen met het volk van Juda, ook al houdt hun vijand hen vast en mogen ze van hem niet gaan-
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 54:15
Word je toch aangevallen, het komt niet van mij. Valt iemand je aan? Het wordt zijn eigen val.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 35:4
Zeg tegen het moedeloze volk: ‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God komt met zijn wraak. Gods vergelding zal komen, hijzelf zal jullie bevrijden.’
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 41:11
Allen die zich fel tegen je keerden zullen gehoond worden en te schande staan. Zij die jou bestreden worden minder dan niets en gaan te gronde.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 54:13
Al je kinderen worden onderricht door de HEER, rust en vrede zal hun ten deel vallen;
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Romeinen 8:31
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jeremia 50:17
Israël was een dolend schaap, door leeuwen van de kudde verdreven. Eerst viel het ten prooi aan de koning van Assyrië, een ander kloof daarna de botten af: Nebukadnessar, de koning van Babylonië.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jeremia 51:35
“Moge Babel boeten voor het onrecht dat het ons heeft aangedaan, voor het voedsel dat het ons ontstolen heeft, ”roepen Sions inwoners. “Moge de bevolking van Chaldea boeten voor het bloed dat ze vergoten heeft, ”roept Jeruzalem.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
1 Johannes 3:8
en wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 14:2
Want de andere volken zullen de Israëlieten halen en hen terugbrengen naar hun eigen land. Daarna zullen de Israëlieten die volken in bezit krijgen, als slaven en slavinnen, op het grondgebied van de HEER. Zij zullen gevangennemen wie hen gevangenhielden, en heersen over wie hen overmeesterd hadden.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Zacharia 14:12
De volken die tegen Jeruzalem ten strijde zijn getrokken, zullen door de HEER worden getroffen met een afgrijselijke plaag: terwijl ze nog levend rondlopen zal hij hun vlees laten wegteren van hun botten, hun ogen laten wegrotten in hun kassen en hun tong laten wegrotten in hun mond.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jeremia 29:10
Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal ik naar jullie omzien. Dan zal ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Genesis 12:3
Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Hebreeën 2:14
Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel,
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Numeri 23:8
Hoe kan ik vervloeken wie door God niet is vervloekt? Hoe kan ik verwensen wie door de HEER niet is verwenst?
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 25:9
Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop: hij zou ons redden. Hij is de HEER, hij was onze hoop. Juich en wees blij: hij heeft ons gered!’
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 10:27
Op die dag wordt de Assyrische last van je schouders genomen, je nek wordt van zijn juk bevrijd; het sterke juk zal verbrijzeld worden.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Jesaja 52:2
Klop het stof van je af en sta op, Jeruzalem, neem plaats op de troon. De ketenen om je hals zijn losgemaakt, gevangen vrouwe Sion.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Zacharia 14:3
Daarna zal de HEER uittrekken en de strijd tegen die volken aanbinden, net als weleer.
Gerelateerd aan Jesaja 49:25
Openbaring 18:20
Juich om haar, hemel, juich heiligen, apostelen en profeten! Het vonnis dat zij jullie had toebedacht, heeft God aan haar voltrokken.'
1
2