Gerelateerd aan Jesaja 12:2

De HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, hem wil ik eren, de God van mijn vader, hem loof en prijs ik.

Van David. De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?

De HEER is mijn sterkte, mijn lied, hij gaf mij de overwinning.

Luid riepen ze: 'De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!'

De standvastige is veilig bij u, vrede is er voor wie op u vertrouwt.

Keer terug naar mij en laat je redden, ook jullie aan de einden der aarde; want ik ben God, er is geen ander.

Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit.

De HEER laat overal horen, tot aan de einden der aarde: ‘Verkondig aan vrouwe Sion: “Je redder komt! Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit.”’

(2:10) Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt!'

Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuël noemen.

Want met eigen ogen heb ik de redding gezien

(83:19) Dan zullen zij weten dat uw naam HEER is, dat u alleen de Allerhoogste bent op aarde.

Maar Israël wordt door de HEER gered, hij brengt redding voor eeuwig. Jullie staan niet te schande en worden niet gehoond, in alle eeuwigheid niet.

Dan wordt Juda verlost en zal Israël in vrede leven. Zijn naam zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”.

Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken.

Maar over het volk van Juda zal ik me wel ontfermen; ik, de HEER, hun God, zal hen bevrijden door mijn macht, niet door het geweld van boog en zwaard of door paarden en ruiters.'

Het is waar, de heuvels zijn een leugen, de bergen een holle klank. Het is alleen de HEER, onze God, die Israël de overwinning geeft.

Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’

(9:5) Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst.

zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats voor een wolkbreuk, als waterstromen in een dorre streek, als de koele schaduw van een rots in een dorstig, uitgedroogd land.