Gerelateerd aan Jesaja 1:6

Ze verklaren de wond van mijn volk lichtvaardig voor genezen, ze zeggen: “Alles gaat naar wens.” Nee, niets gaat naar wens!

Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde.

Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel.

Want hij verwondt en hij verbindt, hij slaat en zijn handen genezen.

Hierop vertrok Satan en overdekte Job van voetzool tot kruin met kwaadaardige zweren.

(3:20) Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt. Huppelend als kalveren die op stal hebben gestaan zullen jullie naar buiten komen.

Er is geen verzachting voor je wond, je letsel is niet te genezen. Wie hoort wat er met jou gebeurt, klapt in zijn handen, want wie heeft niet voortdurend geleden onder jouw wreedheid?

dit zegt de HEER: Ik zal de wonden van de stad verbinden en haar herstellen, ik geef de inwoners blijvende vrede en voorspoed.

Wanneer er in het land hongersnood of pest uitbreekt, wanneer het gewas wordt getroffen door korenbrand, meeldauw of vraatzuchtige sprinkhanen, wanneer het volk in eigen land door vijanden bedreigd wordt, wanneer er kortom bij enige ramp of ziekte

‘Getroffen ben ik door de wond van mijn volk, ik ga in het zwart gehuld, ontzetting grijpt mij aan.

(77:3) Op de dag van mijn nood zoek ik de Heer, bij nacht hef ik mijn handen, rusteloos, mijn ziel laat zich niet troosten.

Als een etterwond ben ik voor Efraïm, voor het volk van Juda als beenrot.

(38:4) Door uw toorn is niets aan mijn lichaam nog gaaf, door mijn zonden is niets van mijn gebeente nog heel.

Dit zegt de HEER: Ongeneeslijk zijn je wonden, niet te helen is je letsel.

Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren.