Gerelateerd aan Jeremia 27:6-7

Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jeremia 28:14

Want dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik leg alle volken een ijzeren juk op, waarmee ze koning Nebukadnessar van Babylonië moeten dienen. Zelfs de wilde dieren onderwerp ik aan hem.’
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jeremia 25:9

zal ik alle volken van het noorden met mijn dienaar, koning Nebukadnessar van Babylonië, ontbieden-spreekt de HEER. Ik stuur ze op de inwoners van dit land af en op alle omringende volken. Ik breng alle inwoners om; ze zullen afschuw en ontzetting wekken, en dit land zal voor altijd in puin liggen.
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Ezechiel 29:18

'Mensenkind, Nebukadnessar, de koning van Babylonië, heeft zijn leger afgebeuld in de strijd tegen Tyrus. De hoofden van zijn mannen zijn kaalgeschuurd en hun schouders zijn ontveld. Maar al die strijd tegen Tyrus heeft hem en zijn leger niets goeds gebracht.
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Daniel 2:37

U, majesteit, koning der koningen, aan wie de God van de hemel het koningschap, en macht, kracht en eer heeft verleend,
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jesaja 44:28

Die over Cyrus zegt: ‘Dit is mijn herder, alles wat ik wil, brengt hij ten uitvoer: hij geeft opdracht om Jeruzalem te herbouwen en voor de tempel de fundering te leggen.’
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jeremia 43:10

Zeg tegen de Judeeërs: Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik laat mijn dienaar, koning Nebukadnessar van Babylonië, hierheen komen. Ik zal zijn troon boven op deze stenen zetten-die jij verborgen hebt-en hij zal zijn staatsietapijt erover uitspreiden.
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jeremia 51:20

‘Medië, je bent mijn strijdhamer, mijn wapen in de strijd. Met jou verbrijzel ik volken, vernietig ik koninkrijken.
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jeremia 24:1

De HEER liet mij twee manden met vijgen zien, nadat koning Nebukadnessar van Babylonië koning Jechonja van Juda, de zoon van Jojakim, samen met de leiders van Juda en de smeden en de wapenmeesters uit Jeruzalem naar Babel had weggevoerd. De manden waren voor de tempel gezet.
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Jeremia 21:7

En dan-spreekt de HEER -lever ik koning Sedekia van Juda, zijn hof en allen die in deze stad de pest, het zwaard en de honger hebben overleefd, uit aan koning Nebukadnessar van Babylonië, aan hun vijanden, die hun naar het leven staan. Hij zal hen aan het zwaard rijgen en niemand sparen; hij zal onverbiddelijk zijn en geen medelijden hebben.’
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Psalmen 50:10

Mij behoren de dieren van het woud, de beesten op duizenden bergen,
Gerelateerd aan Jeremia 27:6

Daniel 5:18

Majesteit-God, de Hoogste, heeft uw vader Nebukadnessar koninklijke macht, aanzien, eer en majesteit geschonken,
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Jeremia 52:31

In het zevenendertigste jaar van de ballingschap van koning Jojachin van Juda, op de vijfentwintigste dag van de twaalfde maand, verleende koning Ewil-Merodach van Babylonië hem gratie ter gelegenheid van zijn troonsbestijging en ontsloeg hij hem uit de gevangenis.
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Jesaja 14:4

En jullie zullen het volgende spotlied op de koning van Babylonië aanheffen: ‘Het is gedaan met die slavendrijver, gedaan met zijn dwingelandij.
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Zacharia 2:8

(2:12) Want de HEER van de hemelse machten, die mij zijn grootheid heeft geopenbaard en die mij gezonden heeft, zegt over de volken door wie jullie geplunderd zijn: 'Wie aan mijn volk komt, komt aan mijn oogappel!
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Openbaring 13:5

Het beest kon zijn bek gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang.
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Openbaring 18:2

Met een krachtige stem riep hij: 'Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad! Ze is een woonplaats voor demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier.
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Openbaring 14:8

Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: 'Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.'
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Psalmen 137:8

Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan.
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Jesaja 47:1

Kom van je troon af, zet je neer in het stof, vrouwe Babel; kies een zitplaats op de grond, vrouwe Chaldea. Niet langer noemt men je teergevoelig en verfijnd.
Gerelateerd aan Jeremia 27:7

Jesaja 13:8

De mensen zijn door schrik bevangen. Door kramp en pijn krimpen ze ineen als een vrouw in barensnood. Radeloos staren ze elkaar aan, de vlammen slaan hun uit.
1
2
Volgende