Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Mattheüs 25:35

Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op,
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Genesis 18:1

De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

1 Petrus 4:9

Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Romeinen 12:13

Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

1 Koningen 17:10

Elia ging op weg naar Sarefat, en toen hij bij de stadspoort aankwam, zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen. Hij riep haar en vroeg of ze een kommetje water voor hem wilde halen, zodat hij zijn dorst kon lessen.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Titus 1:8

hij moet juist gastvrij zijn, goedwillend, bezonnen, rechtvaardig, toegewijd en beheerst.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Mattheüs 25:43

Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.”
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

1 Timotheüs 3:2

Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Job 31:32

Geen vreemdeling liet ik buiten overnachten, voor elke reiziger opende ik mijn deuren.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Romeinen 16:23

Gajus, die mijn gastheer is en die zijn huis voor de hele gemeente openstelt, laat u groeten. Erastus, die de gelden van de stad beheert, en mijn broeder Quartus laten u groeten.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

1 Timotheüs 5:10

en bekendstaan om hun goede daden, kinderen hebben opgevoed, gastvrij zijn geweest, gelovigen de voeten hebben gewassen en zich hebben ingezet voor verdrukten, die, kortom, allerlei goede daden hebben verricht.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Leviticus 19:34

Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Deuteronomium 10:18

hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Handelingen 16:15

Nadat zij en haar huisgenoten waren gedoopt, nodigde ze ons uit met de woorden: ‘Als u ervan overtuigd bent dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek.’ Ze drong er bij ons sterk op aan.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Jesaja 58:7

Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Richteren 13:15

Toen zei Manoach tegen de engel van de HEER: 'Wij zouden graag zien dat u nog bleef, zodat we voor u een geitenbokje kunnen klaarmaken.'
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Mattheüs 25:40

En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

2 Koningen 4:8

Op zekere dag kwam Elisa door Sunem. Daar woonde een voorname vrouw die hem dringend uitnodigde om te komen eten. Van toen af aan ging hij elke keer als hij langs Sunem kwam bij haar eten.
Gerelateerd aan Hebreeën 13:2

Job 31:19

Als ik een zwerver zag die geen kleren had, een verschoppeling die zich met niets kon bedekken,