Gerelateerd aan Handelingen 21:11

Zodra de tribuun bij hen was gekomen, arresteerde hij Paulus en gaf opdracht hem met twee kettingen te boeien. Aan de omstanders vroeg hij wie Paulus was en wat hij had gedaan.

Toen Samuël zich omdraaide om weg te gaan, greep Saul de slip van zijn mantel beet, maar die scheurde af.

De HEER zei tegen mij: ‘Koop een linnen gordel en bind die om je middel; zorg dat hij niet nat wordt.’

behalve dan dat de heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangenschap en vervolging mijn deel zullen zijn.

waarvan ik gezant ben, ook in de gevangenis. Bid dat ik daarbij zo vrijmoedig spreek als nodig is.

Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen:

Elisa zei tegen de koning: 'Haal een boog en pijlen.' Toen Joas dat gedaan had,

Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet voor henzelf bestemd was maar voor u, en nu is deze boodschap u verkondigd door hen die u het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige Geest die vanuit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen.

Sidkia, de zoon van Kenaäna, had twee ijzeren horens gemaakt en zei: 'Dit zegt de HEER: Met deze horens zult u de Arameeërs neerslaan, tot u ze allemaal verslagen hebt.'

Toen Jerobeam in die tijd een keer de stad uit ging, kwam hij de profeet Achia uit Silo tegen. Achia droeg een nieuwe mantel. Ze waren helemaal alleen in het open veld.

Ze trokken door Frygië en de landstreek Galatië, omdat ze door de heilige Geest werden verhinderd Gods woord in Asia te verkondigen.

Toen er twee jaren verstreken waren, werd Felix opgevolgd door Porcius Festus. Om de Joden ter wille te zijn, liet hij Paulus in gevangenschap achter.

Het volk vroeg mij: 'Wilt u ons uitleggen waarom u zich zo gedraagt, en wat dat voor ons betekent?'

De heilige Geest zegt immers: ‘Horen jullie vandaag zijn stem,

‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen.

(12:11) Ik heb tot de profeten gesproken en talrijke visioenen geschonken; door mijn profeten heb ik je een spiegel voorgehouden.

Daarom is het dat ik, Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, voor u, heidenen, bid.

Paulus zei: ‘Of het nu dadelijk is of niet, ik zou tot God willen bidden dat niet alleen u, maar allen die nu naar me luisteren net zo worden als ik, afgezien dan van deze boeien.’

Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’

Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam.’