Gerelateerd aan Handelingen 20:33

Gerelateerd aan Handelingen 20:33

2 Korinthe 11:9

Maar tijdens mijn verblijf bij u heb ik niemand om hulp gevraagd toen ik in geldnood kwam; het zijn de broeders uit Macedonië geweest die me hebben geholpen. Ik heb er altijd voor gewaakt u iets te kosten, en zal dat blijven doen.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

1 Korinthe 9:12

Als anderen hierop al aanspraak kunnen maken, kunnen wij het dan niet des te meer? We hebben echter geen gebruik gemaakt van onze rechten; integendeel, we verdragen alles, omdat we de verkondiging van het evangelie van Christus niets in de weg willen leggen.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

2 Korinthe 7:2

Toon uw genegenheid voor ons. Wij hebben niemand onrecht aangedaan, niemand te gronde gericht, niemand uitgebuit.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

1 Korinthe 9:18

Wat is nu mijn loon? Dat ik het evangelie verkondig zonder er iets voor terug te vragen en dus geen gebruik maak van de rechten die de verkondiging mij geeft.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

1 Korinthe 9:15

Maar ik heb van geen van deze rechten ooit gebruik gemaakt, en dat schrijf ik niet om ze nu bij u op te eisen. Ik zou liever sterven. Geen mens zal me deze roem ontnemen.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

1 Thessalonicensen 2:5

U weet dat we u nooit naar de mond hebben gepraat en dat onze woorden nooit een dekmantel voor hebzucht waren. God is onze getuige.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

2 Korinthe 12:14

Ik sta klaar om u nu voor de derde keer te bezoeken, en ik zal u niets kosten. Het gaat mij niet om uw geld, maar om u. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

1 Petrus 5:2

Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht-niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding.
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

Numeri 16:15

Toen werd Mozes woedend. 'Schenk geen aandacht aan hun offer, 'zei hij tegen de HEER. 'Niemand van hen heb ik ook maar een ezel afgenomen, niemand van hen heb ik kwaad gedaan.'
Gerelateerd aan Handelingen 20:33

1 Samuel 12:3

Hier sta ik. Zeg mij nu ten overstaan van de HEER en zijn gezalfde: Heb ik ooit iemand zijn stier afgenomen? Heb ik ooit iemand zijn ezel afgenomen? Heb ik ooit iemand uitgebuit of mishandeld? Heb ik me ooit door iemand laten omkopen om oogluikend iets toe te staan? Mocht dat zo zijn, dan zal ik het u vergoeden.'