Handelingen 2:24-27

SV

24Welken God opgewekt heeft, de smarten des doods ontbonden hebbende, alzo het niet mogelijk was, dat Hij van denzelven dood zou gehouden worden.
25Want David zegt van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij; want Hij is aan mijn rechter hand, opdat ik niet bewogen worde.
26Daarom is mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt zich; ja, ook mijn vlees zal rusten in hope;
27Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien.

KJV

24Whom God hath raised up, having loosed the pains of death: because it was not possible that he should be holden of it.
25For David speaketh concerning him, I foresaw the Lord always before my face, for he is on my right hand, that I should not be moved:
26Therefore did my heart rejoice, and my tongue was glad; moreover also my flesh shall rest in hope:
27Because thou wilt not leave my soul in hell, neither wilt thou suffer thine Holy One to see corruption.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.