Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Johannes 4:9

De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Efeze 3:6

de heidenen delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Galaten 2:12

Hij at altijd met de heidenen, maar toen er afgezanten van Jakobus kwamen, trok hij zich terug en at hij apart, uit angst voor de voorstanders van de besnijdenis.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Jesaja 65:5

Ze zeggen: ‘Blijf waar u bent, kom niet dichterbij, want wij zijn te heilig voor u.’ Ze prikkelen mij als rook in mijn neus, ze zijn als een vuur dat de hele dag brandt.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Johannes 4:27

Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Wat wilt u daarmee?’ of ‘Waarom spreekt u met haar?’
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Handelingen 11:9

Maar voor de tweede keer kwam er een stem uit de hemel: “Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.”
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Handelingen 15:8

God, die weet wat er in de mensen omgaat, heeft blijk gegeven van zijn vertrouwen in de heidenen door hun de heilige Geest te schenken, zoals hij die ook aan ons geschonken heeft.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Johannes 18:28

Jezus werd van Kajafas naar het pretorium gebracht. Het was nog vroeg in de morgen. Zelf gingen ze niet naar binnen, om zich niet te verontreinigen voor het pesachmaal.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Handelingen 22:21

Maar hij zei tegen mij: “Ga, want ik wil je naar de heidenen sturen, ver van hier.”’
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Handelingen 11:2

Toen Petrus terugkwam in Jeruzalem, spraken de Joodse gelovigen hem hierover aan
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Lukas 18:11

De Farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar.
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Handelingen 10:34

Daarop nam Petrus het woord en zei: ‘Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen,
Gerelateerd aan Handelingen 10:28

Handelingen 10:14

Maar Petrus antwoordde: ‘Nee, Heer, in geen geval, want ik heb nog nooit iets gegeten dat verwerpelijk of onrein is.’