Gerelateerd aan Genesis 50:20
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Romeinen 8:28
En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Psalmen 119:71
Het was goed voor mij dat ik vernederd werd, zo leerde ik uw wetten kennen.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Genesis 45:5
Maar wees niet bang en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier ben terechtgekomen, want God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie leven te redden.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Genesis 37:18
Zijn broers zagen hem al van ver, en nog voordat hij hen had bereikt, hadden ze een plan beraamd om hem te doden.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Handelingen 2:23
Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Genesis 37:4
De broers zagen wel dat hun vader het meest van Jozef hield. Daarom konden ze Jozef niet uitstaan en kon er geen vriendelijk woord voor hem af.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Handelingen 3:13
Dit kon gebeuren omdat de God van Abraham en de God van Isaak en de God van Jakob, de God van onze voorouders, aan Jezus, zijn dienaar, de hoogste eer heeft bewezen. Het is deze Jezus die door u is uitgeleverd en verstoten, ook toen Pilatus bereid was hem vrij te laten.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Handelingen 3:26
God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen.’
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Psalmen 105:16
Hij riep een hongersnood over het land af en vernietigde elke voorraad brood.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Psalmen 56:5
(56:6) Hun woorden krenken mij de hele dag, tegen mij zijn hun boze plannen gericht.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Jesaja 10:7
Maar zo heeft hij dat niet bedoeld, hij heeft iets anders in de zin, hij streeft naar de ondergang van talloze volken.
Gerelateerd aan Genesis 50:20
Psalmen 76:10
(76:11) Wie in woede tegen u opstond, zal u loven, wie ontkwam aan uw woede, omgordt zich met gejuich.