Genesis 4:1-5

SV

1En Adam bekende Heva, zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde Kain, en zeide: Ik heb een man van de HEERE verkregen!
2En zij voer voort te baren zijn broeder Habel; en Habel werd een schaapherder, en Kain werd een landbouwer.
3En het geschiedde ten einde van enige dagen, dat Kain van de vrucht des lands den HEERE offer bracht.
4En Habel bracht ook van de eerstgeborenen zijner schapen, en van hun vet. En de HEERE zag Habel en zijn offer aan;
5Maar Kain en zijn offer zag Hij niet aan. Toen ontstak Kain zeer, en zijn aangezicht verviel.

KJV

1And Adam knew Eve his wife; and she conceived, and bare Cain, and said, I have gotten a man from the LORD.
2And she again bare his brother Abel. And Abel was a keeper of sheep, but Cain was a tiller of the ground.
3And in process of time it came to pass, that Cain brought of the fruit of the ground an offering unto the LORD.
4And Abel, he also brought of the firstlings of his flock and of the fat thereof. And the LORD had respect unto Abel and to his offering:
5But unto Cain and to his offering he had not respect. And Cain was very wroth, and his countenance fell.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.