Gerelateerd aan Genesis 37:20
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Titus 3:3
Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Spreuken 1:16
want ze haasten zich om kwaad te doen en zijn op bloed belust.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Psalmen 64:5
(64:6) Ze wapenen zich met kwade woorden, overwegen het zetten van een val, en zeggen: 'Wie zou het zien?'
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Spreuken 6:17
ogen die hooghartig kijken en een tong die liegt, handen die onschuldig bloed vergieten
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Spreuken 27:4
Woede is wreed, razernij is als een stortvloed, maar wie is tegen jaloezie bestand?
Gerelateerd aan Genesis 37:20
1 Koningen 13:24
De godsman ging op weg, maar onderweg werd hij door een leeuw aangevallen en gedood. Zijn dode lichaam bleef op de weg liggen, en de ezel en de leeuw bleven ernaast staan.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
2 Koningen 2:24
Elisa keek om, en toen hij de kinderen zag, vervloekte hij ze in de naam van de HEER. Meteen kwamen er twee berinnen uit het bos, die tweeënveertig van de kinderen verscheurden.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Johannes 12:10
De hogepriesters beraamden intussen een plan om ook Lazarus te doden,
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Mattheüs 27:40
‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Johannes 3:12
Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek?
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Spreuken 28:13
Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Markus 15:29
De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Ach, kijk nu toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt,
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Mattheüs 2:2
Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Spreuken 10:18
Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
1 Samuel 26:2
Onmiddellijk vertrok Saul met drieduizend man, die tot de beste soldaten van Israël behoorden, naar de woestijn van Zif om David te zoeken.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
Handelingen 4:16
Ze zeiden: ‘Wat moeten we met hen doen? Voor alle inwoners van Jeruzalem is het duidelijk dat ze een wonder hebben verricht, en wij kunnen dat niet ontkennen.
Gerelateerd aan Genesis 37:20
1 Samuel 24:20
(24:21) Nu weet ik zeker dat jij koning zult worden en dat je het koningschap van Israël vast in handen zult houden.