Gerelateerd aan Genesis 3:9-10

Toen vroeg de HEER: ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet, ‘antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’

Daarna liet Jozua de stam Juda aantreden en de HEER wees het geslacht van Zerach aan. Daarna liet Jozua van het geslacht van Zerach de familiehoofden aantreden en Zabdi werd aangewezen.

‘Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg hij. ‘Ik ben gevlucht voor Sarai, mijn meesteres, ‘antwoordde ze.

Daarom zei de HEER: ‘Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot.

Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.

Voor wie ben je zo bang en beducht dat je leugens blijft verspreiden? Aan mij heb je niet gedacht, om mij je niet bekommerd. Ik heb al te lang gezwegen, je hebt geen ontzag meer voor mij.

Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.' Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.

Naakt word je tentoongesteld, openlijk zul je te schande staan. Zo neem ik wraak, en niemand houdt me tegen.

Daarom maakt zijn aanwezigheid mij zo beducht; wanneer ik hem beschouw, dan sidder ik.

Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.

En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, hij weet alles.

Ik huiver van angst voor u, uw vonnissen wekken mijn vrees.

U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt.

Mozes begreep dat het volk zich had laten gaan omdat Aäron niet ingegrepen had, en dat hun vijanden daarom de spot met hen zouden drijven.

De zondaars in Sion sidderen, de goddelozen worden door angst bevangen: ‘Wie van ons kan wonen in verterend vuur? Wie kan wonen in vuur dat eeuwig brandt?’

'Ik kom onverwacht als een dief!' Gelukkig is wie wakker blijft en zijn kleren aanhoudt: hij hoeft niet naakt rond te lopen en zich voor iedereen te schamen.