Gerelateerd aan Genesis 3:20

Gerelateerd aan Genesis 3:20

Mattheüs 1:23

‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuël geven, ‘wat in onze taal betekent ‘God met ons’.
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Genesis 2:23

Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Handelingen 17:26

Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald.
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Genesis 2:20

De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste.
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Genesis 5:29

die hij Noach noemde. ‘Deze zoon, ‘zei hij, ‘zal ons troost geven voor het werken en zwoegen dat ons deel is omdat de HEER het akkerland heeft vervloekt.’
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Genesis 29:32

Lea werd zwanger en bracht een zoon ter wereld, die ze Ruben noemde, ‘want, ‘zei ze, ‘de HEER heeft gezien wat ik te verduren heb. Nu zal mijn man van mij houden.’
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Exodus 2:10

Toen het groot genoeg was, bracht ze het naar de dochter van de farao. Deze nam het kind aan als haar eigen zoon. Ze noemde hem Mozes, 'want, 'zei ze, 'ik heb hem uit het water gehaald.'
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Mattheüs 1:21

Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Genesis 16:11

Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen, want de HEER heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had.
Gerelateerd aan Genesis 3:20

Genesis 35:18

En terwijl het leven al van haar week-want ze stierf-gaf zij hem de naam Ben-Oni. Maar zijn vader noemde hem Benjamin.
Gerelateerd aan Genesis 3:20

1 Samuel 1:20

Hanna werd zwanger en na verloop van tijd baarde ze een zoon. Ze noemde hem Samuël, 'want, 'verklaarde ze, 'ik heb hem aan de HEER gevraagd.'