Gerelateerd aan Genesis 28:20

Ik heb tijdens mijn verblijf te Gesur in Aram namelijk aan de HEER beloofd dat ik hem eer zou bewijzen wanneer hij ervoor zorgde dat ik in Jeruzalem terugkeerde.'

Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn.

Ik ben de God van Betel, waar je een steen met olie hebt gewijd en waar je een gelofte hebt afgelegd. Kom, ga weg uit dit land en keer terug naar je geboorteland.”’

Ik zal met offers uw huis binnengaan en doen wat ik u beloofd heb,

Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt.

Nadat Paulus nog geruime tijd bij de leerlingen had doorgebracht, nam hij afscheid en vertrok per schip naar Syrië, samen met Priscilla en Aquila. Voor zijn vertrek had hij in Kenchreeën zijn hoofd laten kaalscheren, omdat hij aan een gelofte gebonden was.

Toen de dag aanbrak, verzamelde zich een groep Joden, die zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voor ze Paulus hadden gedood.

(76:12) Doe geloften aan de HEER, uw God, en los ze in. Allen rondom hem: breng gaven aan de Geduchte,

(56:13) Aan u, God, heb ik geloften gedaan, met dankoffers wil ik u betalen,

Hij beloofde de HEER: 'Als u de Ammonieten aan mij uitlevert,

Nu geef ik hem op mijn beurt aan de HEER, voor alle dagen die hem gegeven zijn.' Toen knielde Eli voor de HEER

Toen deden de Israëlieten de HEER deze gelofte: 'Als u dit volk aan ons uitlevert, zullen wij hun steden volledig vernietigen.'

legde ze een gelofte af: 'HEER van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan u: nooit zal zijn haar worden afgeschoren.'

Ik zweer mij te houden aan uw rechtvaardige voorschriften en ik zal mijn eed gestand doen.

De HEER zei tegen Mozes:

De HEER zei tegen Mozes:

(22:26) Van u komt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie u vrezen.

Ikzelf sta je ter zijde, ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en ik zal je naar dit land terugbrengen; ik zal je niet alleen laten tot ik gedaan heb wat ik je heb beloofd.’

Van de Israëlieten werd die dag het uiterste gevergd, want Saul had de soldaten onder ede bezworen: 'Vervloekt wie het waagt om vóór de avond iets te eten, voor ik me op mijn vijanden heb gewroken.' Dus nam niemand ook maar iets te eten.

Zo zal de HEER zich aan Egypte laten kennen. Op die dag zullen de Egyptenaren de HEER erkennen, hem dienen met vredeoffers en graanoffers, hem geloften doen en die inlossen.