Gerelateerd aan Genesis 26:2

Gerelateerd aan Genesis 26:2

Genesis 12:1

De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.
Gerelateerd aan Genesis 26:2

Genesis 17:1

Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven.
Gerelateerd aan Genesis 26:2

Genesis 18:1

De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent.
Gerelateerd aan Genesis 26:2

Genesis 12:7

Maar de HEER verscheen aan Abram en zei: ‘Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven.’ Toen bouwde Abram op die plaats een altaar voor de HEER, die aan hem verschenen was.
Gerelateerd aan Genesis 26:2

Psalmen 37:3

Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig.
Gerelateerd aan Genesis 26:2

Genesis 18:10

Toen zei een van hen: ‘Ik kom over precies een jaar bij u terug en dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben.’ Sara, die in de ingang van de tent stond, achter de man, hoorde dat.