Gerelateerd aan Genesis 25:28
Gerelateerd aan Genesis 25:28
Genesis 27:19
Jakob antwoordde zijn vader: ‘Ik ben Esau, uw eerstgeboren zoon. Ik heb gedaan wat u me hebt gevraagd. Kom, ga overeind zitten en eet van wat ik heb geschoten; dat zal u de kracht geven om mij te zegenen.’
Gerelateerd aan Genesis 25:28
Genesis 27:4
Maak dat voor me klaar zoals ik het lekker vind en breng me dat te eten; het zal mij de kracht geven om je te zegenen voordat ik sterf.’
Gerelateerd aan Genesis 25:28
Genesis 27:25
Toen zei hij: ‘Zet het wildbraad dan dichter bij me, zodat ik ervan kan eten, mijn zoon, en de kracht vind om je te zegenen.’ Jakob zette het dichter bij hem en Isaak at ervan. Ook bracht hij hem wijn, en hij dronk ervan.
Gerelateerd aan Genesis 25:28
Genesis 27:9
Ga naar de kudde en zoek twee malse bokjes voor me uit. Die maak ik dan voor je vader klaar zoals hij het lekker vindt.
Gerelateerd aan Genesis 25:28
Genesis 27:31
Ook hij maakte een smakelijk gerecht klaar, bracht het zijn vader en zei tegen hem: ‘Ga overeind zitten, vader, en eet van wat uw zoon heeft geschoten; dat zal u de kracht geven om mij te zegenen.’
Gerelateerd aan Genesis 25:28
Genesis 27:6
zei ze tegen haar zoon Jakob: ‘Luister, ik hoorde je vader tegen je broer zeggen: