Gerelateerd aan Ezechiel 3:8

Ik maak je nu tot een vestingstad en een ijzeren zuil, tot een bronzen muur om stand te houden tegen het hele land: de koningen en leiders van Juda, de priesters en het volk.

Toen zei Mozes tegen de farao: 'Dit zegt de HEER: Tegen middernacht zal ik rondgaan door Egypte,

Ik daarentegen ben vervuld van kracht, ik heb de geest van de HEER, ik ben rechtvaardig en ik heb de moed om aan Jakob zijn wandaden bekend te maken, en aan Israël zijn zonde.

Door zijn geloof verliet hij Egypte zonder angst voor de woede van de koning; hij volhardde, als zag hij de Onzienlijke.

Vertel jij hem wat hij moet zeggen. Ik zal bij jullie zijn als je moet spreken en jullie ingeven wat je moet doen.

God, de HEER, zal mij helpen, daarom word ik niet gekwetst en is mijn gezicht zo onbewogen als een rots, want ik weet dat ik niet beschaamd zal staan.

Halsstarrige ongelovigen, u wilt niet luisteren en verzet u steeds weer tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden.

Ik maak jou voor dit volk tot een bronzen vestingmuur. Ze zullen je bestrijden, maar je niet overwinnen, want ik zal je ter zijde staan om je te beschermen en te redden- spreekt de HEER.

Toen Achab Elia zag, zei hij: 'Mijn vijand heeft me dus weer weten te vinden.' 'Ik heb u gevonden, 'antwoordde Elia. 'U hebt u ertoe geleend iets te doen dat slecht is in de ogen van de HEER.

Wat valt hier nog aan toe te voegen? De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuël, en over de profeten,