Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 28:24
Maar het volk van Israël zal niet meer worden gepijnigd en geteisterd door dorens en distels, door de omringende volken die nu op hen neerkijken. En ze zullen beseffen dat ik God, de HEER, ben.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 28:22
Zeg: "Dit zegt God, de HEER: Ik zal je straffen, Sidon! Zo zal ik mijn grootheid tonen. Ze zullen weten dat ik de HEER ben als ik Sidon straf, ik zal laten zien dat ik heilig ben.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 38:8
Over lange tijd, in de verre toekomst, zul je bevel krijgen om op te trekken tegen een land dat zich nog maar net van de oorlog hersteld heeft, tegen een volk dat uit vele volken weer is samengebracht op de bergen van Israël, die lange tijd verlaten zijn geweest. Teruggekeerd leeft het daar zonder zorgen.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jeremia 32:15
Want dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Eens zullen in dit land opnieuw akkers, huizen en wijngaarden worden gekocht.”
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 34:25
Ik zal een vredesverbond met ze sluiten, ik zal het land vrij van wilde dieren maken, zodat ze zelfs in de woestijn veilig kunnen wonen en in de bossen onbezorgd kunnen slapen.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Amos 9:13
Dan komen de dagen-spreekt de HEER -dat de ploeger de maaier ontmoet en de druiventreder de zaaier, dat de bergen druipen van de wijn en alle heuvels golven van het koren.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 36:22
Zeg daarom tegen het volk van Israël: "Dit zegt God, de HEER: Ik zal ingrijpen, volk van Israël-niet omwille van jou, maar omwille van mijn heilige naam, die je hebt ontwijd bij de volken waar je gekomen bent!
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 39:10
Omdat ze daarmee vuur kunnen stoken, hoeven ze geen takken te sprokkelen op de velden of hout te hakken in het bos. Zo plunderen ze wie hen wilden plunderen en behalen buit op wie hen tot buit wilden maken-spreekt God, de HEER.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Leviticus 25:18
Leef mijn bepalingen na, houd je aan mijn regels en handel ernaar, dan zul je onbezorgd in je land kunnen leven.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jesaja 13:1
Profetie over Babylonië; het visioen van Jesaja, de zoon van Amos.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jeremia 29:28
Hij heeft ons in Babel namelijk een brief gestuurd waarin staat dat de ballingschap nog lang zal duren, dat we huizen moeten bouwen en daarin gaan wonen, tuinen moeten aanleggen en van de opbrengst moeten eten.”’
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jeremia 46:1
De HEER richtte de volgende woorden tot de profeet Jeremia over de omringende volken.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jeremia 31:4
Ik breng je weer tot bloei. Je zult weer dansen in de rei en de tamboerijnen laten klinken.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Ezechiel 34:31
Jullie zijn mijn schapen, de schapen die ik weid; jullie zijn mensen en ik ben jullie God-zo spreekt God, de HEER."'
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Exodus 29:46
En zij zullen inzien dat ik, de HEER, hun God ben, die hen uit Egypte bevrijd heeft om in hun midden te wonen. Ik ben de HEER, hun God.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jesaja 65:21
Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten;
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Hosea 2:18
(2:20) Op die dag sluit ik voor mijn kinderen een verbond met de dieren van het veld en met alles wat vliegt en kruipt. Ik maak een einde aan het geweld van boog en zwaard in hun land, zodat ze in rust en vrede kunnen leven.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jesaja 33:1
Wee de verwoester, zelf nooit verwoest, en de verrader, nog nooit verraden. Wanneer er een eind komt aan je verwoesten, dan word je zelf verwoest, en wanneer er een eind komt aan je verraad, dan word je zelf verraden.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jesaja 17:14
Wanneer de avond valt, komt de verschrikking, vóór de morgen aanbreekt zijn ze weggevaagd. Dat is het lot van hen die ons beroven, dat is het deel van onze plunderaars.
Gerelateerd aan Ezechiel 28:26
Jeremia 30:16
Maar wie jou verslonden, worden zelf verslonden, al je vijanden gaan zelf in ballingschap. Elk volk dat jou plunderde, wordt zelf geplunderd, ik maak ieder die naar buit zocht, zelf tot buit.
1
2