Gerelateerd aan Esther 4:3

Gerelateerd aan Esther 4:3

Jesaja 22:12

Op die dag heeft God, de HEER van de hemelse machten, jullie opgeroepen tot weeklacht en rouw; jullie moesten je kaalscheren en een rouwkleed aantrekken.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Daniel 9:3

Ik wendde mij tot God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Jesaja 58:5

Zou dat het vasten zijn dat ik verkies? Is dat een dag van onthouding: dat iemand het hoofd buigt als een riet en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof? Noemen jullie dat soms vasten, is dat een dag die de HEER behaagt?
Gerelateerd aan Esther 4:3

Jesaja 22:4

Daarom zeg ik: ‘Laat mij nu alleen. Bittere tranen zal ik wenen om de ondergang van mijn volk. Tracht niet langer mij te troosten.’
Gerelateerd aan Esther 4:3

Mattheüs 13:42

en hen in de vuuroven werpen; daar zullen ze jammeren en knarsetanden.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Esther 1:1

Het was in de tijd van Ahasveros, de Ahasveros die regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot Nubië en dat honderdzevenentwintig provincies telde.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Jesaja 37:1

Zodra koning Hizkia de boodschap hoorde, scheurde hij zijn kleren, trok een boetekleed aan en begaf zich naar de tempel van de HEER.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Esther 3:12

Zo werden op de dertiende dag van de eerste maand de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Haman het wilde en dat gericht was aan de satrapen die de koning vertegenwoordigden, aan de gouverneurs van alle provincies en aan de vorsten van alle volken. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal. Het werd geschreven in naam van koning Ahasveros en met de zegelring van de koning verzegeld.
Gerelateerd aan Esther 4:3

1 Samuel 11:4

Toen de boden van Jabes in Sauls woonplaats Gibea kwamen en vertelden wat er aan de hand was, begon de hele bevolking te weeklagen.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Mattheüs 22:13

Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind zijn handen en voeten vast en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.
Gerelateerd aan Esther 4:3

Esther 4:16

'Roep alle Joden die in Susa wonen bij elkaar en vast voor mij: eet niet en drink niet, overdag niet en 's nachts niet, drie dagen lang. Ook ik zal op die manier vasten met mijn dienaressen. En na die voorbereiding zal ik naar de koning gaan, al is dat tegen de wet. Moet ik omkomen, goed, dan zal ik omkomen.'
Gerelateerd aan Esther 4:3

Mattheüs 25:30

En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.”
Gerelateerd aan Esther 4:3

1 Samuel 4:13

Toen hij aankwam, zat Eli op een bankje langs de kant van de weg op de uitkijk, want hij maakte zich ernstig ongerust over de ark van God. Zodra de man in de stad verslag had uitgebracht, begon de hele bevolking te jammeren.