Gerelateerd aan Esther 3:7
Gerelateerd aan Esther 3:7
Ezra 6:15
In het zesde regeringsjaar van koning Darius, op de derde dag van de maand adar, was de tempel gereed.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Esther 9:24
Want zo was het gegaan: Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag en de vijand van alle Joden, had een plan beraamd om de Joden uit te roeien. Hij had het poer, dat wil zeggen het lot, laten werpen om paniek onder hen te zaaien en hen te kunnen uitroeien.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Spreuken 16:33
Men werpt het lot in een mantel, de HEER bepaalt hoe het valt.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Ezechiel 21:21
(21:26) Op de splitsing van de weg, aan het begin van de twee wegen, staat de koning van Babylonië, en hij vraagt om een teken. Hij schudt de pijlen, hij raadpleegt zijn godenbeeldjes, hij bekijkt de lever.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Esther 9:1
De dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar, brak aan, de dag waarop het bevel en de wet van de koning zouden worden uitgevoerd, de dag waarop de vijanden van de Joden hen in hun macht hoopten te krijgen. Maar het omgekeerde gebeurde: het waren juist de Joden die hun belagers in hun macht kregen.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Esther 9:5
De Joden sloegen met het zwaard op al hun vijanden in en zaaiden dood en verderf, ze deden met hun belagers wat ze wilden.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Esther 9:21
Daarin verplichtte hij hen ertoe om elk jaar opnieuw zowel de veertiende als de vijftiende dag van de maand adar te vieren,
Gerelateerd aan Esther 3:7
Esther 2:16
Zo werd Ester bij koning Ahasveros gebracht, in het koninklijk paleis, in het zevende jaar van zijn regering, in de tiende maand, de maand tebet.
Gerelateerd aan Esther 3:7
Mattheüs 27:35
Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen,
Gerelateerd aan Esther 3:7
Nehemia 2:1
Het was in de maand nisan, in het twintigste regeringsjaar van Artaxerxes. De wijn stond op tafel. Ik nam de wijn en bood die de koning aan. Nooit had hij iets op me aan te merken gehad,