Gerelateerd aan Efeze 5:19-20

Laat Christus' woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft.

Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.

Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen.

Als een van u het moeilijk heeft, laat hij bidden; is hij vrolijk, laat hij een loflied zingen.

Hef voor de HEER een hymne aan, zing voor onze God een lied bij de lier,

Laten wij hem naderen met een loflied, hem toejuichen met gezang.

Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in Geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden,

zing en speel voor hem, spreek vol lof over zijn wonderen,

Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.

U, Heer, mijn God, zal ik loven met heel mijn hart, uw naam voor eeuwig prijzen.

(62:9) Vertrouw op hem, mijn volk, te allen tijde, open voor hem uw hart, God is onze schuilplaats. sela

mijn dienaren zullen juichen van vreugde, maar jullie schreeuwen het vertwijfeld uit en weeklagen, vanwege een gebroken geest.

(47:8) God is koning van heel de aarde. Zing een feestelijk lied.

“Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij;

Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.

dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.

Laten we met Jezus’ tussenkomst een dankoffer brengen aan God: het huldebetoon van lippen die zijn naam prijzen, ononderbroken.

Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed en pas wegging toen deze hem verjoeg. (34:2) De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof.

Broeders en zusters, wij moeten God altijd voor u danken. Het past ons dit te doen, omdat uw geloof sterk groeit en uw liefde voor elkaar groter wordt.

Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal is ongepast-spreek liever woorden van dank.