Gerelateerd aan Deuteronomium 10:17-19

God maakt geen onderscheid.

De belangrijkste broeders-hun positie interesseert me trouwens niet, God slaat geen acht op het aanzien van een mens-hebben mij tot niets verplicht.

Daarop nam Petrus het woord en zei: ‘Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen,

Meesters, behandel uw slaven op dezelfde manier. Laat dreigementen achterwege, want u weet dat zij en u dezelfde Heer in de hemel hebben, en dat hij geen onderscheid maakt.

Ze binden de strijd aan met het lam, maar het lam zal hen overwinnen. Want het lam is de hoogste heer en koning, en wie hem toebehoren, wie geroepen zijn en uitgekozen, zijn trouw.

De koning zei tegen Daniël: 'Het is waar, uw God is de God der goden en de heer der koningen. Hij onthult mysteries en daardoor hebt u dit mysterie kunnen onthullen.'

Op zijn kleding en op zijn dij staat de naam 'Hoogste Heer en koning'.

Wees dus niet bang voor hen, want de HEER, uw God, een machtige en ontzagwekkende God, is in uw midden.

'Maar de God der goden, de HEER, weet Toch...en ook Israël moet weten dat wij beslist niet tegen hem in opstand zijn gekomen en hem niet ontrouw zijn geweest. Als het wel zo Is...heer, God der goden, trek dan onmiddellijk uw handen van ons af.

En aangezien u hem die iedereen beoordeelt naar zijn daden, zonder aanzien des persoons, Vader noemt, moet u tijdens uw leven als vreemdeling ook ontzag voor hem hebben.

En nu, o God, grote, sterke en ontzagwekkende God, u die zich trouw houdt aan het verbond, wees niet onverschillig voor de rampspoed die ons getroffen heeft, ons en onze koningen, onze vorsten, onze priesters en onze profeten, onze voorouders en heel uw volk, vanaf de tijd van de Assyrische koningen tot op de dag van vandaag.

Laat u leiden door vrees voor de HEER en neem u in acht, want de HEER, onze God, duldt geen onrecht, partijdigheid of corruptie.'

Die geen partij kiest voor de vorsten en de rijken niet begunstigt boven de geringen, omdat zij allen het werk van zijn handen zijn?

Maar iedereen die onrecht doet zal daarvoor boeten, en daarbij wordt geen onderscheid gemaakt.

Maar de HEER staat mij ter zijde als een machtig krijgsman. Daarom komen mijn belagers ten val, ze krijgen mij niet in hun greep. Ze zullen diep worden beschaamd, ze zullen hun doel niet bereiken. Ze worden overladen met eeuwige schande, nooit zal die worden vergeten.

De koning doet wat hij wil. Hij wordt hoogmoedig en stelt zich boven iedere god, en tegen de God der goden spreekt hij lasterlijke woorden. Toch zal hij in voorspoed leven totdat de toorn is uitgewoed, want wat besloten is moet worden uitgevoerd.

loof de allerhoogste God- eeuwig duurt zijn trouw-

Toen ze bij hem gekomen waren, zeiden ze tegen hem: ‘Meester, we weten dat u oprecht bent en dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen. U kijkt niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’

Uw naam moeten zij loven, zo groot en geducht. Heilig is hij.

Groot is de HEER, hem komt alle lof toe, geducht is hij, meer dan alle goden.