Gerelateerd aan 2 Petrus 1:19

'Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten. Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster.'

Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.

(9:1) Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen.

Ik geef hem macht, zoals mijn Vader die aan mij heeft gegeven. En ik zal hem ook de morgenster geven.

U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij,

ga dan alleen af op dit onderricht, op mijn getuigenis. Spreek uitsluitend volgens deze woorden, waartegen geen bezwering bestand is.

Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan

de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is.

Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven.

Johannes was een lamp die helder brandde, en u hebt zich een tijd in zijn licht verheugd.

Want de lessen van je vader en je moeder zijn een lamp, een licht dat je vermaant en de weg wijst naar het leven.

Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’

Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER.

Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’

Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.

Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: 'Heb uw naaste lief als uzelf, 'dan handelt u juist.

Gedraag u dus niet zoals zij,

onthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hier aan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’

Ten overstaan van de gemeente hebben zij van uw liefde getuigd. Wees zo goed hen voor de verdere reis uit te rusten op een wijze die God waardig is.

Voer jullie rechtsgeding, zegt de HEER, lever overtuigende bewijzen, zegt Jakobs koning.