Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:23-28

Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:23

Jeremia 37:7

‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Zeg tegen de koning van Juda, die jullie heeft gestuurd om mij te raadplegen, dat het leger van de farao, dat jullie te hulp komt, naar Egypte zal terugkeren.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:23

2 Koningen 22:15

zei Chulda tegen hen: 'Dit zegt de HEER, de God van Israël: Zeg tegen degene die jullie naar mij heeft toegestuurd:
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:23

Jeremia 21:3

Jeremia antwoordde: ‘Zeg tegen Sedekia het volgende:
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

2 Kronieken 36:14

Ook de leiders van de priesters en het volk verzaakten voortdurend hun plichten, gaven zich over aan de verfoeilijke praktijken van andere volken en bezoedelden de tempel die de HEER in Jeruzalem geheiligd had.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Deuteronomium 28:15

Maar als u de HEER, uw God, niet gehoorzaamt en zijn geboden en wetten, zoals ik ze u vandaag heb voorgehouden, niet nauwkeurig naleeft, zullen deze vervloekingen u treffen:
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Jeremia 36:31

Ik zal hem, zijn kinderen en zijn hovelingen voor hun wandaden laten boeten. Ik zal over hen, de bevolking van Jeruzalem en die van Juda al het onheil brengen dat ik hun heb aangekondigd. Want ze hebben niet willen luisteren.’
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Jeremia 35:17

Daarom-dit zegt de HEER, de God van de hemelse machten, de God van Israël: Ik zal over Juda en de bevolking van Jeruzalem al het onheil brengen dat ik hun heb aangekondigd. Want ik heb tot hen gesproken, maar zij hebben niet geluisterd; ik heb hen geroepen, maar zij hebben niet geantwoord.’
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

2 Koningen 23:26

Toch liet de HEER zijn toorn tegen Juda, waarin hij was ontbrand doordat Manasse hem tot het uiterste had getergd, niet varen.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Jesaja 5:4

Wat kon ik meer aan mijn wijngaard doen, wat heb ik te weinig gedaan? Ik verwachtte zo veel van mijn wijngaard, waarom bracht hij slechts wrange druiven voort?
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

2 Koningen 21:12

Daarom-zegt de HEER, de God van Israël: Ik zal over Jeruzalem en Juda onheil brengen waarvan ieder zo zal ophoren dat zijn beide oren tuiten.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Jeremia 19:3

Luister naar de woorden van de HEER, koningen van Juda en inwoners van Jeruzalem. Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik zal zulk onheil over deze stad brengen dat de oren van wie ervan hoort zullen tuiten.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Jeremia 6:19

Aarde, luister, ik breng onheil over dat volk. Dat is de vrucht van hun bedenksels, omdat zij niet naar mijn woorden hebben geluisterd, mijn wet hebben verworpen.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:24

Jeremia 19:15

‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik breng over deze stad en de omliggende steden al het onheil dat ik aangekondigd heb, want de inwoners weigeren hardnekkig naar mijn waarschuwingen te luisteren.’
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

Jeremia 7:20

Daarom, dit zegt God, de HEER: Ik stort over dit land, over de mensen, de dieren, de bomen en gewassen op het veld mijn grote woede uit. Alles zal branden, en niets zal worden geblust.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

2 Koningen 22:17

Dat doe ik omdat zij zich van mij hebben afgekeerd, offers hebben ontstoken voor andere goden en mij hebben getergd met de beelden die ze gemaakt hebben. Mijn toorn tegen deze stad is hoog opgelaaid en zal niet meer doven."
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

Jeremia 4:4

Laat je besnijden voor de HEER, ontdoe je van de voorhuid van je hart, inwoners van Juda en Jeruzalem. Anders slaat zijn toorn uit als een vuur, een brand die niet te blussen is, vanwege jullie kwalijke praktijken.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

Nahum 1:6

Wie houdt zich staande in zijn toorn? Wie houdt stand in de gloed van zijn woede? Zijn woede is als een laaiend vuur, rotsen spatten voor hem uiteen.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

Jesaja 42:25

Hij stortte zijn brandende toorn over hen uit in allesverterend krijgsgeweld. Ze waren omringd door vlammen, maar zagen niet in waarom, ze stonden in brand, maar trokken er geen lering uit.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

Klaagliederen 2:4

Hij spande als een vijand zijn boog, met vaste rechterhand, als een tegenstander doodde hij hun kostbaarste bezit. Als vuur goot hij zijn gramschap uit over de tent van Sion.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:25

Ezechiel 20:48

(21:4) en alles wat leeft zal weten dat ik die vlam heb aangestoken. Het vuur zal niet doven!"'
1
2
3
Volgende