Gerelateerd aan 2 Thessalonicensen 1:11

en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer.

want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt.

Daarom bidden wij onophoudelijk voor u, vanaf de dag dat we dat gehoord hebben. We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt.

Ze zijn het bewijs dat God rechtvaardig oordeelt door u zijn koninkrijk, waarvoor u nu lijdt, waardig te achten.

Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.

We hebben u aangespoord en bemoedigd en u op het hart gedrukt zo te leven dat u God eer bewijst. Hij roept u tot zijn koninkrijk en luister.

De HEER zal mij altijd beschermen. HEER, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen niet los.

en hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden,

Kunnen we God ooit genoeg voor u danken? Kunnen we hem ooit genoeg danken voor de vreugde die hij ons met u geschonken heeft?

Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden

Hij heeft u daartoe geroepen door het evangelie dat wij u verkondigd hebben en waardoor u zult delen in de luister van onze Heer Jezus Christus.

Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.

Vrees niet, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk willen schenken.

(51:20) Wees Sion welgezind en schenk het voorspoed, bouw de muren van Jeruzalem weer op.

(48:15) 'Zo is God, onze God, nu en altijd, hij is het die ons leidt, voor eeuwig.'

dank ik God onophoudelijk voor u en noem ik u in mijn gebeden.

Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop: hij zou ons redden. Hij is de HEER, hij was onze hoop. Juich en wees blij: hij heeft ons gered!’

(9-10) dit mysterie onthuld: zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.

Voor Zerubbabel verandert zelfs de hoogste berg in een vlakte; onder luid gejuich zal hij de gevelsteen aandragen.'

Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.