2 Kronieken 33:21-25

SV

21Amon was twee en twintig jaren oud, als hij koning werd, en regeerde twee jaren te Jeruzalem.
22En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk als zijn vader Manasse gedaan had; want Amon offerde al den gesneden beelden, die zijn vader Manasse gemaakt had, en diende ze.
23Maar hij vernederde zich niet voor het aangezicht des HEEREN, gelijk Manasse, zijn vader, zich vernederd had; maar deze Amon vermenigvuldigde de schuld.
24En zijn knechten maakten een verbintenis tegen hem, en doodden hem in zijn huis.
25Maar het volk des lands sloeg hen allen, die de verbintenis tegen den koning Amon gemaakt hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats.

KJV

21Amon was two and twenty years old when he began to reign, and reigned two years in Jerusalem.
22But he did that which was evil in the sight of the LORD, as did Manasseh his father: for Amon sacrificed unto all the carved images which Manasseh his father had made, and served them;
23And humbled not himself before the LORD, as Manasseh his father had humbled himself; but Amon trespassed more and more.
24And his servants conspired against him, and slew him in his own house.
25But the people of the land slew all them that had conspired against king Amon; and the people of the land made Josiah his son king in his stead.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.