2 Korinthe 2:5-11

SV

5Doch indien iemand bedroefd heeft, die heeft niet mij bedroefd, maar ten dele (opdat ik hem niet bezware) ulieden allen.
6Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen geschied is.
7Alzo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven en vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige droefheid niet enigszins worde verslonden.
8Daarom bid ik u, dat gij de liefde aan hem bevestigt.
9Want daartoe heb ik ook geschreven, opdat ik uw beproeving mocht verstaan, of gij in alles gehoorzaam zijt.
10Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ik ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge;
11Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.

KJV

5But if any have caused grief, he hath not grieved me, but in part: that I may not overcharge you all.
6Sufficient to such a man is this punishment, which was inflicted of many.
7So that contrariwise ye ought rather to forgive him, and comfort him, lest perhaps such a one should be swallowed up with overmuch sorrow.
8Wherefore I beseech you that ye would confirm your love toward him.
9For to this end also did I write, that I might know the proof of you, whether ye be obedient in all things.
10To whom ye forgive any thing, I forgive also: for if I forgave any thing, to whom I forgave it, for your sakes forgave I it in the person of Christ;
11Lest Satan should get an advantage of us: for we are not ignorant of his devices.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.