Gerelateerd aan 2 Korinthe 13:13

Timoteüs, mijn medewerker, laat u groeten, evenals Lucius, Jason en Sosipatrus, mijn volksgenoten.

Groet al uw leiders en alle heiligen. De gelovigen uit Italië laten u groeten.

Groet alle heiligen in Christus Jezus. De broeders en zusters die bij mij zijn, laten u groeten.

Epafras, die samen met mij omwille van Christus Jezus gevangen zit, laat u groeten,

De uitverkorenen in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u.

De kinderen van uw uitverkoren zuster groeten u.

Groet elkaar met een heilige kus. Alle gemeenten van Christus laten u groeten.

Ik hoop u spoedig te zien; dan kunnen we elkaar persoonlijk spreken. (1:15) Vrede zij met u. De vrienden hier groeten u. Groet elk van de vrienden bij u persoonlijk.