Gerelateerd aan 2 Korinthe 1:23

God, die ik door de verkondiging van het evangelie over zijn Zoon vol overgave dien, is mijn getuige dat ik u onophoudelijk in mijn gebeden noem.

God is mijn getuige dat ik u de waarheid schrijf.

Dus wat wilt u? Moet ik met de stok naar u toe komen, of liefdevol en zachtmoedig?

Ik ben nu niet bij u, maar schrijf u dit alles om bij mijn bezoek niet streng te hoeven optreden, want het gezag dat de Heer mij heeft gegeven is bedoeld om op te bouwen, niet om af te breken.

Welnu, toen ik de tweede keer bij u was, heb ik al tegen degenen die maar bleven zondigen gezegd dat ik u niet zou sparen wanneer ik weer zou komen. Ik heb dat ook tegen alle anderen gezegd en zeg het u op dit moment, nu ik nog niet bij u ben, opnieuw.

Onder hen bevinden zich Hymeneüs en Alexander, die ik aan Satan heb overgeleverd om hun te leren dat ze God niet moeten lasteren.

God kan getuigen dat ik naar u allen verlang met de genegenheid van Christus Jezus.

De God en Vader van de Heer Jezus, de God die moet worden geprezen tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg.

moet u die persoon aan Satan uitleveren. Dan gaat zijn huidige bestaan verloren, opdat hij zal worden gered op de dag van de Heer.

Zo waar God trouw is, wanneer ik ja tegen u zeg bedoel ik ook ja, niet nee.

zorg ervoor dat ik bij u niet streng hoef op te treden tegen die paar mensen die denken dat we uit zwakheid handelen. Ik heb me dat zeker voorgenomen.

Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg:

U weet dat we u nooit naar de mond hebben gepraat en dat onze woorden nooit een dekmantel voor hebzucht waren. God is onze getuige.

En waarom niet? Omdat ik u niet lief zou hebben? God weet dat ik dat wel doe.

Ik had mezelf dus voorgenomen u niet opnieuw zo'n verdrietig bezoek te brengen.

en zullen op het moment dat u hem volledig gehoorzaam bent geworden, paraat staan om anderen voor hun ongehoorzaamheid te straffen.

Ik ben namelijk bang dat ik u bij mijn komst anders zal aantreffen dan ik zou wensen, en dat onze ontmoeting dus anders zal uitpakken dan u wilt. Ik ben bang voor tweespalt, jaloezie, woede, gekonkel, kwaadsprekerij, geroddel, arrogantie en wanorde.