Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
3 Johannes 1:3
want tot mijn grote blijdschap kwamen hier telkens weer broeders die van uw trouw aan de waarheid getuigden; ze vertelden dat u de weg van de waarheid volgt.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Efeze 5:8
want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Efeze 5:2
en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Hosea 14:9
(14:10) Wie inzicht heeft doorgrondt deze woorden, wie wijs is neemt ze ter harte. Want de wegen van de HEER zijn recht: wie rechtvaardig is verlaat ze niet, maar wie zich verzet komt ten val.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
1 Johannes 2:6
Wie zegt in hem te blijven, behoort in de voetsporen van Jezus te treden.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Maleachi 2:6
Alles wat hij onderwees bevatte waarheid, en er kwam niets verkeerds over zijn lippen. Hij was rechtschapen en hij leefde in vrede met mij; velen hield hij af van het kwaad.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
1 Johannes 1:6
Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
1 Thessalonicensen 3:6
Maar nu is Timoteüs teruggekomen met het goede bericht over uw geloof en liefde. Hij heeft ons bovendien verteld hoezeer u ons altijd als voorbeeld neemt en hoe u er even vurig naar verlangt ons te zien als wij u.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
1 Thessalonicensen 2:19
Want wie is onze hoop en vreugde? Wie is onze erekrans wanneer we voor Jezus, onze Heer, staan bij zijn komst? Wie anders dan u?
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Filippensen 4:10
De Heer heeft mij veel vreugde gegeven nu u eindelijk uw zorg voor mij hebt kunnen tonen. U dacht altijd al aan mij, maar vond niet de gelegenheid het te laten zien.
Gerelateerd aan 2 Johannes 1:4
Galaten 2:14
Toen ik zag dat ze niet de rechte weg naar het ware evangelie bewandelden, zei ik tegen Kefas, in aanwezigheid van iedereen: 'Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden en houdt je niet aan de Joodse gebruiken; hoe kun je dan opeens heidenen dwingen als Joden te leven?'