Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
2 Samuel 15:30
David ging de helling van de Olijfberg op. Jammerend klom hij naar boven, zijn hoofd bedekt en barrevoets. Allen die met hem meegingen, hadden hun hoofd bedekt en klommen jammerend naar boven.
Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
1 Korinthe 12:28
God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken.
Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
1 Korinthe 11:14
Leert de natuur zelf u niet dat lang haar een man te schande maakt,
Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
1 Korinthe 12:10
En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is.
Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
2 Samuel 19:4
(19:5) De koning had zijn gezicht in zijn handen verborgen en schreeuwde luid: 'Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!'
Gerelateerd aan 1 Korinthe 11:4
1 Korinthe 14:1
Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie.