Gerelateerd aan 1 Samuel 3:13

De zonen van Eli waren een stel afpersers. Ze trokken zich niets van de HEER aan

De HEER nam het wangedrag van Eli's zonen zeer hoog op; ze toonden geen eerbied voor de gaven die de HEER toekwamen.

Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard.

Tuchtig je zoon, dan is er hoop, zorg ervoor dat hij niet sterft.

Zijn vader viel hem toch nooit lastig met vragen over zijn doen en laten. Net als zijn oudere halfbroer Absalom was hij heel knap om te zien.

De stok en berispingen zorgen voor wijsheid, een kind dat niet wordt opgevoed, maakt zijn moeder te schande.

Onthoud een kind geen onderricht, van stokslagen gaat het niet dood.

Ik zal iedereen beoordelen naar de weg die hij gegaan is-spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer, bega geen misdaden meer, anders brengt jullie schuld je ten val.

Je weet maar al te goed hoe vaak ook jij een ander hebt vervloekt.

En de koning vervolgde: 'U weet maar al te goed wat u mijn vader David hebt aangedaan. De HEER zal u uw wandaad vergelden;

Inmiddels was Eli op hoge leeftijd gekomen. Van tijd tot tijd bereikten hem geruchten over wat zijn zonen de Israëlieten allemaal aandeden, en dat ze zelfs sliepen met de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de ontmoetingstent.

God, straft u hen af. Wij zijn niet opgewassen tegen de grote legermacht die ons nu aanvalt. Wij weten niet wat we moeten doen, op u zijn onze ogen gevestigd.'

Nu is voor jou het einde aangebroken, ik zal mijn woede op je koelen, je straffen voor je daden, je laten boeten voor je wangedrag.

En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, hij weet alles.

(4:12) Laat de volken aantreden, laat ze optrekken naar de vallei van Josafat; daar zal ik mijn oordeel over hen vellen.