Gerelateerd aan 1 Korinthe 3:6-15

Een gulle gever zal gedijen, wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen.

In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem uit wat de Weg van God precies inhield.

Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God.

U behoort tot ons gebied, dus we overschrijden geen enkele grens. We hebben immers ook bij u als eersten het evangelie van Christus gebracht.

Elke sabbat sprak Paulus in de synagoge en trachtte hij Joden en Grieken te overtuigen.

Door hem bent u ‚‚n met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost,

Ik zou zelf niet vrij zijn? Ik zou geen apostel zijn? Maar heb ik dan niet Jezus, onze Heer, gezien? Bent u niet het werk dat ik dankzij de Heer tot stand heb gebracht?

Ik schrijf dit alles niet om u te beschamen, maar om u als mijn geliefde kinderen terecht te wijzen.

Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen,

Wie gaat er nu op eigen kosten in krijgsdienst? Wie plant er een wijngaard en eet niet van de vruchten? Of wie hoedt er een kudde en drinkt niet van de melk?

(92:14) Ze staan geplant in het huis van de HEER, in de voorhoven van onze God groeien zij op.

Want zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen, zo laat God, de HEER, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken.

Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten-

Een pelgrimslied van Salomo. Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde.

Een van onze toehoorsters was een vrouw uit Tyatira die in purperstoffen handelde; ze heette Lydia en vereerde God. De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus.

Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften.

Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: ‘Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’

Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is

(62:12) Eenmaal heeft God gesproken, tweemaal heb ik het gehoord: 'De macht is aan God.'

(62:10) Niets dan lucht zijn de kinderen van Adam, niets dan een leugen de mensenkinderen, in de weegschaal gaan zij omhoog, samen zijn zij lichter dan lucht.