Gerelateerd aan 1 Koningen 21:10

(22:27) Je mag God niet lasteren en je mag de leiders van je volk niet vervloeken.

Daarop zetten ze anderen ertoe aan te verklaren dat ze hadden gehoord dat Stefanus Mozes en God had gelasterd.

En tegen de Israëlieten moet je zeggen: "Wie zijn God vervloekt, zal de gevolgen van zijn zonde dragen.

Eén enkel getuigenis dat iemand een overtreding heeft begaan of een misdrijf of wat dan ook, is niet geldig. Een aanklacht krijgt pas rechtsgeldigheid op grond van de verklaring van ten minste twee getuigen.

(13:14) dat er onder uw volk nietswaardige figuren zijn opgestaan die de andere inwoners van hun stad tot ontrouw hebben aangezet en hen naar andere goden hebben laten overlopen-goden die u onbekend zijn-,

De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood zouden kunnen veroordelen,

Ze lieten valse getuigen komen, die verklaarden: ‘Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet,

‘Voor een goede daad zullen we u niet stenigen, ‘antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!’

Terwijl de reiziger en zijn gastheer genoeglijk aan de maaltijd zaten, liepen de mannen van de stad bij het huis te hoop. Deze onverlaten bonsden op de deur en riepen tegen de oude heer des huizes: 'Laat die gast van u naar buiten komen, we willen hem nemen!'