Gerelateerd aan Prediker 12:13-14

Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor hem toont, dat u de weg volgt die hij u wijst, dat u hem liefhebt, hem met hart en ziel dient

U moet voor de HEER, uw God, ontzag tonen door u te houden aan zijn wetten en geboden, zoals ik die nu aan u geef; dat geldt voor u, zolang u leeft, en voor uw kinderen en uw kleinkinderen. Dan zult u met een lang leven gezegend worden.

Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, wie leeft naar zijn wet, getuigt van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd.

Hij vervult het verlangen van wie hem eren, hij hoort hun klacht en komt te hulp.

(5:6) Dromerij en lege woorden zijn er al genoeg. Dus heb ontzag voor God.

Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert.

Een zondaar kan wel honderd maal kwaad doen en toch vele jaren leven. Natuurlijk weet ook ik: het zal een mens die ontzag voor God heeft goed vergaan-want hij heeft toch ontzag voor God?

En hij sprak tot de mens: 'Ontzag voor de Heer-dat is wijsheid; het kwaad mijden-dat is inzicht.'

Ontzag voor de HEER beschermt je leven, je kunt rustig gaan slapen, er overkomt je niets.

vreugde vindt de HEER in wie hem eren en in wie hopen op zijn liefde en trouw.

Vanaf de troon klonk een stem, die zei: 'Loof onze God! Laat al zijn dienaren die ontzag voor hem hebben, jong en oud, hem loven!'

Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God.

‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’

zegenen wie de HEER vrezen, van klein tot groot.

Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER; een dwaas veracht de wijsheid en weigert elk onderricht.

Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.

Wie weet wat goed is voor de mens gedurende het luttel aantal dagen van zijn leeg bestaan? Ze zijn voor hem zo vluchtig als een schaduw. Wie kan hem vertellen wat er na hem komen zal onder de zon?

Wees niet jaloers op zondaars, heb altijd ontzag voor de HEER.

Ik heb mezelf ondergedompeld in de vrolijkheid van de wijn, en ik greep die dwaasheid aan om te onderzoeken of ik in mijn wijsheid-want die behield altijd de overhand-kon ontdekken wat een mens het beste doen kan, dat luttel aantal levensdagen dat hij doorbrengt onder de hemel.