Gerelateerd aan Jesaja 13:6-8

O angstwekkende dag! Nabij is de dag van de HEER, de dag van ondergang die komt van de Ontzagwekkende!

Wees stil voor God, de HEER, de dag van de HEER is nabij! De HEER zal een offermaaltijd houden en zijn genodigden heiligen.

Want het is de HEER -zijn stem schalt voor zijn leger uit, zijn strijdkrachten zijn geweldig, zijn bevel wordt met groot vertoon volbracht. Ja, groot en ontzagwekkend is de dag van de HEER, wie kan die dag doorstaan?

Wee degenen die verlangen naar de dag van de HEER ! Wat zal hij jullie brengen, de dag van de HEER? Duisternis, geen licht.

Op die dag zal de HEER van de hemelse machten zich keren tegen ieder die hoogmoedig is en trots, tegen ieder die zich verheven acht-ze worden vernederd! -,

De dag van de HEER breekt aan, meedogenloos, grimmig, in brandende toorn. Het land zal in een woestenij veranderen, de zondaars die er wonen verdelgt hij.

'Mensenkind, profeteer, zeg: "Dit zegt God, de HEER: Barst uit in gejammer! O, angstwekkende dag!

Want de HEER houdt een dag van wraak, een jaar van vergelding: hij verdedigt Sion.

(3:4) de zon verandert in duisternis en de maan in bloed. Dan komt de dag van de HEER, groot en ontzagwekkend.

Weeklaag, poorten, steden, schreeuw het uit, beef van angst, Filistijnen. Want uit het noorden nadert rook, een leger in gesloten gelederen.

want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht.

(3:23) Voordat de dag van de HEER aanbreekt, die groot is en ontzagwekkend, stuur ik jullie de profeet Elia,

En nu iets voor u, rijken! Weeklaag en jammer om de rampspoed die over u komt.

De grote dag van de HEER is nabij, hij is nabij en komt zeer snel. Hoor! De dag van de HEER ! Zelfs de dappersten schreeuwen het uit!

Plotseling valt Babel, hef een klaaglied aan! Haal balsem die haar pijn verlicht, misschien geneest ze nog.

Ze blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij krijgt, en zeggen: "Wee! Wee Babylon, grote, sterke stad! In één uur tijd is je vonnis voltrokken!"

Barst uit in gejammer, Chesbon, want Ai wordt verwoest. Schreeuw het uit, vrouwen van Rabba, weeklaag, hul je in het zwart. Ren radeloos rond in de velden, want Milkom gaat in ballingschap. Priesters en leiders volgen hem.

voordat mijn besluit gestalte krijgt-een dag verwaait als kaf-, voordat de brandende toorn van de HEER zich tegen je keert, voordat de dag van de toorn van de HEER zich tegen je keert.

Wat win ik daar nu bij? -spreekt de HEER. Voor niets is mijn volk weggenomen, hun leiders weeklagen-spreekt de HEER -,dag in dag uit wordt mijn naam bezoedeld.

want één ding vrees ik: een door God gezonden ramp-tegen zijn oppermacht ben ik niet opgewassen.