Gerelateerd aan Efeze 2:17

God heeft aan de Israëlieten bekendgemaakt dat hij door Jezus Christus het goede nieuws van de vrede is komen brengen. Deze Jezus is de Heer van alle mensen.

Hij verhoogt het aanzien van zijn volk, de roem van al wie hem trouw zijn, het volk van Israël, dat hem nabij is. Halleluja!

Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus.

Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen en de paarden uit Jeruzalem; de bogen worden gebroken. Hij zal vrede stichten tussen de volken. Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde.

want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’

Want welk volk, hoe groot ook, heeft goden zo dichtbij als wij de HEER, onze God, telkens als wij hem om hulp roepen?

Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’

Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed.

Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren.

genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”

Voor de koorleider. Op de wijs van Verdelg niet. Een psalm van Asaf, een lied. (75:2) Wij loven, God, wij loven u, uw naam is ons nabij, uw wonderen gaan van mond tot mond.

En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders

(85:11) trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus,

tenzij men mijn bescherming zoekt en vrede met mij sluit, ja, vrede sluit met mij.

‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van Asaf, een lied. (76:2) Vermaard is God in Juda, groot is zijn naam in Israël.

Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen.

Hij maakt zijn woorden aan Jakob bekend, zijn wetten en voorschriften aan Israël.