Romeinen 3:9-18

SV

9Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn;
10Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een;
11Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.
12Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot een toe.
13Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.
14Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;
15Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten;
16Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;
17En den weg des vredes hebben zij niet gekend.
18Er is geen vreze Gods voor hun ogen.

KJV

9What then? are we better than they? No, in no wise: for we have before proved both Jews and Gentiles, that they are all under sin;
10As it is written, There is none righteous, no, not one:
11There is none that understandeth, there is none that seeketh after God.
12They are all gone out of the way, they are together become unprofitable; there is none that doeth good, no, not one.
13Their throat is an open sepulchre; with their tongues they have used deceit; the poison of asps is under their lips:
14Whose mouth is full of cursing and bitterness:
15Their feet are swift to shed blood:
16Destruction and misery are in their ways:
17And the way of peace have they not known:
18There is no fear of God before their eyes.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.