Gerelateerd aan Psalmen 1:1-50

Met bedriegers zit ik niet aan, met huichelaars ga ik niet om,

Ga niet het pad van goddelozen, bewandel niet de weg van wie boosaardig zijn.

Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er ellendig aan toe.

Nooit was ik in vrolijk gezelschap, nooit heb ik plezier gemaakt. Eenzaam was ik, door uw toedoen, u had mij immers volgegoten met uw woede.

Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER,

Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang.

De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood.

Maar hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’

En omdat u hem gehoorzaamt, zullen u deze zegeningen toevallen:

Als jullie hierna nog niet naar mij willen luisteren en tegen mij in blijven gaan,

Mijn zoon, ga niet met hen op pad, mijd de weg die zij gaan,

(36:5) op zijn bed bedenkt hij verderfelijke plannen, hij betreedt een verkeerde weg en het kwade verwerpt hij niet.

(34:9) Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij hem schuilt.

Ik wil niet deelnemen aan hun beraad, op hun bijeenkomsten wil ik niet zijn. In woede ontstoken doden zij mannen, moedwillig verlammen ze stieren.

Maar de welvaart ligt niet in hun eigen handen. De bedrijvigheid van goddelozen blijve ver van mij!

Halleluja! Gelukkig de mens met ontzag voor de HEER en met liefde voor zijn geboden.

Mijn voeten staan op effen grond, waar uw volk bijeen is, wil ik u prijzen, HEER.

Inzicht maakt een mens geliefd, trouweloosheid brengt hem op een kronkelig pad.

Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden.

Zondaars, ga weg van mij! Ik wil de geboden volgen van mijn God.