SV
11En ik zag een groten witten troon, en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden.
12En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
13En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.
14En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood.
15En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637