Jozua 12:1, 8

SV

1Dit nu zijn de koningen des lands, die de kinderen Israels geslagen hebben, en hun land erfelijk bezaten, aan gene zijde van de Jordaan, tegen den opgang der zon; van de beek Arnon af tot den berg Hermon, en het ganse vlakke veld tegen het oosten:
8Wat op het gebergte, en in de laagte, en in het vlakke veld, en in de aflopingen der wateren, en in de woestijn, en tegen het zuiden was: de Hethieten, de Amorieten, en Kanaanieten, de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten.

KJV

1Now these are the kings of the land, which the children of Israel smote, and possessed their land on the other side Jordan toward the rising of the sun, from the river Arnon unto mount Hermon, and all the plain on the east:
8In the mountains, and in the valleys, and in the plains, and in the springs, and in the wilderness, and in the south country; the Hittites, the Amorites, and the Canaanites, the Perizzites, the Hivites, and the Jebusites:
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.