Gerelateerd aan Jesaja 64:8

Jullie draaien de zaken om! Is de klei soms meer dan de pottenbakker? Kan het maaksel over zijn maker zeggen: ‘Hij heeft mij niet gemaakt’? Of het aardewerk over de pottenbakker: ‘Hij brengt er weinig van terecht’?

‘Ga naar de werkplaats van een pottenbakker, daar zal ik laten horen wat ik je te zeggen heb.’

Wee degene die de strijd aanbindt met hem door wie hij gevormd is-een potscherf tussen de potscherven. Zegt klei soms tegen wie hem vormt: ‘Wat ben je eigenlijk aan het maken?’ of: ‘Deze pot heeft niet eens oren!’

Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt.

Erken het: de HEER is God, hij heeft ons gemaakt, hem behoren wij toe, zijn volk zijn wij, de kudde die hij weidt.

U bent toch onze vader? Abraham heeft ons niet gekend en Israël zou ons niet herkennen, maar u, HEER, bent onze vader, van oudsher heet u Onze beschermer.

Uw handen hebben mij gemaakt en gevormd, schenk mij inzicht, dan leer ik uw geboden.

De HEER zal mij altijd beschermen. HEER, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen niet los.

Neem deze dingen ter harte, Jakob, neem ze ter harte, Israël, want jij bent mijn dienaar. Ik heb je gevormd, je bent mijn dienaar, Israël, ik zal je niet vergeten.

allen over wie mijn naam is uitgeroepen, en die ik omwille van mijn majesteit geschapen heb, gemaakt en gevormd.

Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen? Vraagt het aardewerk soms aan de pottenbakker: 'Waarom hebt u me gemaakt zoals ik eruitzie?'

Dit zegt de HEER, je bevrijder, die je al in de moederschoot heeft gevormd: Ik, de HEER, ben het die alles gemaakt heeft, de enige die de hemel heeft uitgespannen, die zelf de aarde heeft uitgehamerd.

want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God.

Uw handen hebben me gevormd en gemaakt, geheel en al-en nu wilt u mij verdelgen?

Is dit uw antwoord aan de HEER? Hoe komt u zo dwaas? Waar is uw verstand? Is hij niet uw vader, uw schepper? Hij heeft u gemaakt, hij riep u tot leven.

En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte.

En dan moet jij tegen de farao zeggen: "Dit zegt de HEER: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon.