Gerelateerd aan Jesaja 46:1-4

Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jeremia 51:44

Ik zal Bel, de god van Babel, straffen. Ik dwing hem heel zijn prooi weer uit te braken, de toestroom van de volken is voorbij. Babels muren zullen vallen!
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jeremia 50:2

‘Maak bekend onder alle volken, laat het horen, geef het door, houd het niet verborgen, maak bekend: Babel wordt veroverd, Bel wordt te schande gemaakt, Marduk is ten einde raad. Babels beelden staan te schande, zijn afgoden zijn radeloos.
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jesaja 21:9

Daar komen soldaten op strijdwagens, wagens, met paarden bespannen. Dan roept hij: ‘Gevallen, gevallen is Babel! Al zijn godenbeelden liggen verbrijzeld!’
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jeremia 51:47

Maar houd voor ogen dat de tijd zal komen dat ik de afgoden van Babel zal straffen. Heel het land is dan ontredderd, de straten zijn bezaaid met lijken.
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jesaja 2:20

Op die dag zullen de mensen de afgoden, gesmeed van hun zilver en goud, gemaakt om te vereren, prijsgeven aan ratten en vleermuizen.
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jeremia 10:5

Het is net een vogelverschrikker, neergezet in een komkommerveld. Het kan niet spreken en moet worden gedragen, want zelf kan het geen stap verzetten. Heb voor beelden geen ontzag, kwaad doen ze niet, en goed nog minder.’
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jesaja 41:6

De mensen schieten elkaar te hulp, de een zegt tegen de ander: ‘Houd moed!’
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

1 Samuel 5:3

De volgende morgen zagen de inwoners van Asdod dat Dagon voorover was gevallen en voor de ark van de HEER op de grond lag. Ze pakten het beeld op en zetten het weer op zijn plaats,
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jeremia 51:52

de dag zal komen-spreekt de HEER -dat ik hun afgoden zal straffen. In heel hun land zullen de gewonden kermen.
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Jeremia 48:1

Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, over Moab: Wee Nebo! Het wordt verwoest. Kirjataïm wordt veroverd en met schande overladen. Misgab staat te schande en is radeloos.
Gerelateerd aan Jesaja 46:1

Exodus 12:12

Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER.
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Richteren 18:17

liepen de vijf verkenners door. Ze drongen het huis binnen en namen het priestergewaad en de godenbeeldjes mee, en ook het beeld met het zilverbeslag. De priester stond dus met de zeshonderd gewapende mannen bij de toegangspoort,
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Jeremia 48:7

Jullie waanden je veilig met je vestingen en voorraden, daarom wordt het land veroverd. Kemos gaat in ballingschap, zijn priesters en de leiders volgen hem.
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

2 Samuel 5:21

De godenbeelden die door de Filistijnen waren achtergelaten, werden door David en zijn soldaten meegenomen.
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Jeremia 43:12

Hij zal in Egypte de tempels in brand steken en de godenbeelden wegvoeren, hij zal iedereen weghalen uit Egypte zoals een herder zijn mantel van luizen ontdoet, en hij zal ongedeerd vertrekken.
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Richteren 18:24

'U hebt de goden gestolen die ik heb laten maken, 'antwoordde Micha. 'Ook mijn priester hebt u meegenomen. Niets heb ik meer over! Hoe kunt u dan nog vragen wat er aan de hand is?'
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Jesaja 37:12

Gozan, Charan, Resef en de inwoners van Eden in Telassar, die door mijn voorouders werden uitgeroeid, zijn toch ook niet door hun goden gered?
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Jesaja 45:20

Laten de ontkomen volken zich verzamelen, laat hen allen naderbij komen. Wie een houten godenbeeld ronddraagt, heeft geen verstand. Wie bidt er nu tot een god die niet redt?
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Jesaja 36:18

Laat Hizkia u geen valse hoop geven met zijn bewering dat de HEER u zal redden. Hebben de goden van andere volken hun land dan gered uit de handen van de koning van Assyrië?
Gerelateerd aan Jesaja 46:2

Jesaja 44:17

Van de rest maakt hij een god, een godenbeeld waarvoor hij knielt en zich neerbuigt in gebed: ‘Red mij, want u bent mijn god.’
1
2
3
Volgende