Gerelateerd aan Genesis 33:5

Gerelateerd aan Genesis 33:5

Psalmen 127:3

Kinderen zijn een geschenk van de HEER, de vrucht van de schoot is een beloning van God.
Gerelateerd aan Genesis 33:5

Jesaja 8:18

Ik ben, met de kinderen die de HEER mij heeft gegeven, een teken voor Israël, een zinnebeeld van de HEER van de hemelse machten, die op de Sion woont.
Gerelateerd aan Genesis 33:5

Genesis 48:9

Jozef antwoordde zijn vader: ‘Dat zijn mijn zonen, die God mij hier gegeven heeft.’ ‘Laat ze toch dichterbij komen, ‘zei Israël, ‘dan zal ik hen zegenen.’
Gerelateerd aan Genesis 33:5

Genesis 30:2

Jakob werd kwaad en antwoordde: ‘Ik ben toch zeker God niet? Híj onthoudt jou het moederschap!’
Gerelateerd aan Genesis 33:5

Ruth 4:13

Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon.
Gerelateerd aan Genesis 33:5

1 Kronieken 28:5

En uit al mijn zonen-de HEER heeft mij immers veel zonen gegeven-verkoos hij mijn zoon Salomo om plaats te nemen op de troon van de heerschappij van de HEER over Israël.
Gerelateerd aan Genesis 33:5

1 Samuel 1:27

Om deze zoon heb ik gebeden, en de HEER heeft mij gegeven waar ik om heb gevraagd.
Gerelateerd aan Genesis 33:5

Hebreeën 2:13

Zo zegt hij ook: ‘Ik zal steeds op hem vertrouwen, ‘en verder: ‘Hier sta ik met de kinderen die God mij gegeven heeft.’