Gerelateerd aan Genesis 2:9
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Genesis 3:22
Toen dacht God, de HEER: Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Openbaring 2:7
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal ik laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat."
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Openbaring 22:14
Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Spreuken 3:18
Ze is een levensboom voor wie haar omhelst, wie haar omarmt mag zich gelukkig prijzen.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Genesis 3:3
‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Openbaring 22:2
In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Ezechiel 47:12
Aan de oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.'
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Spreuken 11:30
Een rechtvaardig mens plant een levensboom, wie wijs is, neemt veel mensen voor zich in.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Genesis 2:17
maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Ezechiel 31:16
Toen ik hem in het dodenrijk liet afdalen naar hen die zich al in het graf bevinden, beefden alle volken bij het geluid van zijn val. Maar in de onderwereld voelden de bomen van Eden zich getroost, de mooiste van de Libanon, alle waterdrinkers.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Ezechiel 31:8
Zelfs in de tuin van God was er geen ceder als hij, geen cipres met zulke takken, geen plataan met zulke twijgen, in de tuin van God was er geen boom zo mooi als hij.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Ezechiel 31:18
Wie is er aan jou gelijk, wie van de bomen in Eden is zo mooi en zo groot als jij? En toch word jij geveld, net als de bomen van Eden, en naar de onderwereld gebracht; daar zul je liggen te midden van de onbesnedenen, naast hen die door het zwaard zijn gevallen. Zo zal het de farao en heel zijn volk vergaan-spreekt God, de HEER."'
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Jesaja 44:25
Die de tekenen van orakelpriesters verstoort en waarzeggers ontmaskert, die wijzen naar de achtergrond dringt en hun kennis bespottelijk maakt,
Gerelateerd aan Genesis 2:9
1 Korinthe 8:1
Dan nu over heidens offervlees. Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op.
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Jesaja 47:10
Zelfverzekerd in je slechtheid dacht je: Er is niemand die me ziet. Je wijsheid en je kennis hebben je misleid, je dacht: Ik, en ik alleen!
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Deuteronomium 6:25
Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend.’
Gerelateerd aan Genesis 2:9
Johannes 6:48
Ik ben het brood dat leven geeft.